De meest gebruikelijke manier om een kampvuur te bouwen is het pagode-vuur. Hiervoor stapel je balken twee aan twee, kruisend op elkaar. Onderaan plaats je de dikste balken; hogerop worden ze dunner en korter. Het voordeel van 'n pagode-vuur is dat het lang kan branden zonder bijgestookt te worden en dat de vlammen flink hoog komen, waardoor je een grote lichtopbrengst hebt. Bij toneel e.d. moet je er wel rekening mee houden dat je niet door of over de vlammen heen kunt kijken.
Natuurlijk kun je zo'n pagode niet aansteken met een lucifertje bij de onderste balk te houden. Zoals bij ieder soort vuur, maak je van dunne takjes een pyramide die makkelijk te ontsteken is. Het pyramide-vuur zijn dus eenvoudigweg takken in een punt tegen elkaar geplaatst.
Vaak zie je mensen naar kranten of
aanmaakblokjes grijpen om 'n vuur aan te steken. Papier brandt
wel makkelijk (hoge vlammen veel rook), maar 't heeft een lage
temperatuur waardoor het hout niet goed aan gaat. Aanmaakblokjes zijn fool-proof, maar je zult ze
in de natuur niet vinden en 'n scout kan de zonder.
Voor het aansteken heb je slechts klein, droog hout nodig. Dunne takjes verzamelen of 'n balkje splijten en snippers uit het midden snijden. Dit onderin de pyramide, lucifer erbij en je vuur begint. Zorgen voor voldoende zuurstof en hout, that's all! Het pagode-vuur heeft weinig aandacht nodig, omdat tijdens 't branden het hout in het vuur valt en het dus zichzelf onderhoudt.
![]() |
Om zeker te zijn dat het vuur bij al deze methoden aan gaat, kun je in de pyramide een in peut (petroleum) gedrenkte lap plaatsen. Of je kunt de takken een tijd tevoren in peut of diesel zetten.
Benzine en spiritus is niet zinvol om het hout te doen branden. Dit verdampt zeer snel en kan al verbrand zijn voordat het hout vlam gevat heeft. Ze zijn natuurlijk wel bruikbaar om met een fel groot vuur te starten. De brandstof moet dan vlak voor het aansteken erbij gebracht worden. Houdt hierbij voldoende afstand. Gebruik bv een brandende lap. Als het vuur aan is, wordt er absoluut geen brandbare vloeistof meer opgegooid.
Bij regen en nat hout kun je best een kampvuur
bouwen. Je doet dit precies zoals hierboven beschreven: eerst een
dichte pagode maken, takken rechtop zetten, klein droog spul
ertussen duwen en meteen aansteken. Het droge spul brandt en
verwarmt de natte takken; deze gaan branden en drogen de balken.
De pagode beschermt het vuur tegen de regen. In het begin kun je de top van de pagode afdekken. De openingen tussen de balken zorgen dat het vuur makkelijk zuurstof krijgt.
Als het zo hard regent dat je kampvuur-show dreigt weg te spoelen, kun je altijd nog binnen een vuurtje stoken.
Het is goed en gemakkelijk om 't hout
op te laten branden. Je houdt dan het minste afval over en kunt
op de asresten prima de volgende keer vuur gaan stoken. Wanneer
je wat zuiniger met het brandhoud om moet gaan, rol je het vuur
eerst uit elkaar. De dikke balken branden niet op, terwijl je wel
van alle kleine rotzooi afkomt.
Toch is 't hout opbranden niet altijd mogelijk. Als er kans is
dat 't vuur door de wind aangewakkerd verder kan gaan, laat je
het niet zo achter. Of als de volgende ochtend misschien welpen
in de warme as fikkie gaan stoken...
Wanneer je een klein vuur moet doven kun je dat het beste met water doen. De natte as is een gore zooi maar wanneer de boel opgedroogd is, kun je het hout opbranden in een ander kampvuur. Als je telkens zand gebruikt krijg je in je kampvuurkuil een vieze houtskool/zand-mix.
Een groot vuur zul je niet snel hoeven doven. Het valt niet aan te raden hier een kuub water op te gooien.